Stelling 1: Met kinderen praten over discriminatie vraagt zelfinzicht.
Waar. Als volwassene ben je een rolmodel voor jonge kinderen. Kinderen doen niet wat je zegt, maar wat je doet. Een kind pikt al snel kleine signalen op en kopieert het gedrag van een volwassene. Voor je praat over discriminatie is het dus belangrijk dat je stilstaat bij je eigen vooroordelen en privileges. Informeer je door te luisteren naar de ervaringen van anderen, bekijk documentaires, beluister podcasts, bezoek culturele evenementen of lees je in.
Stelling 2: Jonge kinderen zijn kleurenblind.
Niet waar. Onderzoekster Judi Mesman doorbreekt het idee dat kinderen geen uiterlijke verschillen zien. Baby’s kunnen vanaf negen maanden een onderscheid maken tussen mensen. Ze hangen daar dan wel nog geen oordelen aan vast. Vanaf een jaar of vijf krijgen kinderen een voorkeur voor kinderen die op hen lijken. Factoren zoals opvoeding, diversiteit op school en in de vriendengroep, de tv-programma’s die ze bekijken … spelen hier een rol in. Een bekend voorbeeld is het poppenexperiment, waarbij kinderen met een leeftijd van twee tot vier jaar poppen met een lichte huid mooi vinden en poppen met een donkere huid stout. Door op die leeftijd al verschillen te benoemen, kan je taboes doorprikken.
Stelling 3: Discriminatie en racisme zijn abstracte begrippen voor kinderen.
Waar. Praat met kinderen over gelijkwaardigheid. Het is een concept dat ze begrijpen. Leg uit dat mensen soms onrechtvaardig behandeld worden vanwege hun huidskleur, religie, gender, geaardheid of afkomst. Door concrete voorbeelden te geven, help je kinderen om de complexiteit van discriminatie beter te begrijpen. Een kind zegt: "Ik wil niet met die pop spelen, dat is voor meisjes." Ga in dialoog en stel vragen: “Waarom is een pop enkel voor meisjes? Jongens mogen ook met poppen spelen."
Achter een uitspraak als "dat kindje ziet eruit als kaka" schuilt de vraag: "Waarom ziet dat kindje er anders uit?". Tracht dus eerst te achterhalen wat er achter de uitspraak schuilt: is het kwetsend bedoeld of begrijpt het kind het gewoon niet. Geef daarna rustig en eerlijk antwoord: “Dat kindje is niet vuil. Dat is zijn huidskleur.” Lagereschoolkinderen kan je gerust uitleggen dat de stof melanine de huid een andere kleur geeft en beschermt tegen zonlicht.
Benoem tot slot niet enkel verschillen op basis van etnische achtergrond, maar ook in interesses, voorkeuren, ideeën. Probeer van het wij-zij-verhaal weg te blijven. Vertel niet over ‘de andere' en focus op gelijkenissen. Denk bijvoorbeeld aan de vraag "Wat is jullie lievelingseten?".
Stelling 4: Praten werkt alleen na een uiting van discriminatie of racisme.
Niet waar. Wacht niet tot er een incident plaatsvindt. Speel in op alledaagse situaties zoals een lied op de radio, een ketnet-programma, gebeurtenissen in de media zoals het zwartepietendebat ... Zijn jullie aan het kleuren, wijs je kind er dan op dat het ‘huidskleurige’ potlood niet op alle huidskleuren lijkt en ze het daarom beter zalm of beige kunnen noemen. Negeer nooit racistische uitspraken, scheldwoorden, kwetsende stereotypes of onbegrip. Vanaf het vierde en vijfde leerjaar kan je kinderen meer achtergrond en context geven. Leg uit waar racisme vandaan komt: de koloniale geschiedenis, het slavernijverleden ...
Stelling 5: Beelden hebben invloed op kinderen.
Waar. Geef een jong kind een pop die er net zo uitziet als hem of haar. Gebruik inclusieve prentenboeken, films en series. Verdiep je met de kinderen in de geschiedenis door museums te bezoeken of speel een spel. Ook reizen en in aanraking komen met andere culturen in je eigen omgeving kan hun blik verruimen. Ga met hen in gesprek en stel vragen zoals: “Hoeveel kinderen van kleur, hoeveel meisjes, hoeveel kinderen met een beperking ... spelen een positieve hoofdrol in de boeken of films …".
Conclusie
Het gesprek aangaan, betekent niet dat je overal een antwoord op moet hebben. Maar door te zwijgen, geef je onrechtstreeks aan dat discriminatie oké is. Geef toe dat jij het antwoord ook niet altijd weet. Kinderen zijn de toekomst. Door diversiteit te tonen en te normaliseren geef je ze een toekomstvisie mee.
Met kinderen lezen over discriminatie en racisme
Zeg het met boeken. Deze verhalen zijn er om kinderen op een laagdrempelige manier te leren over discriminatie en racisme. Check zeker onze boekentips:
- ‘Heb jij misschien Olifant gezien?’ door David Barrow
- ‘Samen hier’ door Oliver Jeffers
- ‘Hoe mooi wit ik ben’ door Dolf Verroen
- ‘Het mooiste blauw’ door Ibtihaj Muhammad
- ‘Waar is mijn noedelsoep?! De avonturen van een kleine Chinese draak’ door Jessie Sima
- ‘Racisme: stop de pijn’ door Naima Charkaoui & Ikrame Kastit